Pulderbos

05-02-2024

Op 5 februari kwamen we aan in revalidatiecentrum Pulderbos. 's Avonds brachten mijn ouders Viktor naar het appartement dat we via onze oproep hadden gevonden. De volgende dag, 6 februari – Toon zijn verjaardag – zou Viktor voor het eerst zijn broer Arthur zien. Voor mij was dat een heel pijnlijk moment, want tijdens mijn zwangerschap had ik hier zo naar uitgekeken. We moesten er uiteindelijk negen weken op wachten, maar het was allesbehalve zoals we het hadden voorgesteld.

Tijdens de week wisselden we elkaar af: de één ging met Viktor naar huis, omdat hij naar de crèche moest, terwijl de ander in het appartement bleef om 's avonds langer bij Arthur te zijn.

Op 1 maart ging het voor het eerst weer bergafwaarts. Zijn saturatie daalde en de MUG bracht hem naar het UZA. Het bleek een longontsteking te zijn, maar na enkele dagen op de pediatrie mocht hij terug naar Pulderbos.

Op 12 maart waren we allemaal in Hamme, niemand was in het appartement. 's Avonds kregen we een telefoontje dat zijn hartslag daalde. Toon besloot direct naar Pulderbos te rijden. Toen hij aankwam, moest de MUG opnieuw worden gebeld. In de ambulance zakte zijn hartslag tot 20. Dit keer ging het niet om de pediatrie, maar direct naar de PICU. Na enkele tests bleek hij het adenovirus te hebben: voor de meeste mensen een simpele verkoudheid, maar voor Arthur bijna dodelijk.

Toon bleef die nacht bij hem, terwijl ik thuis was. 's Ochtends belde ik en de verpleegkundigen vertelden dat hij een goede nacht had gehad en dat hij terug naar de pediatrie mocht. Een uur later belde Toon: het ging echt niet goed en ik moest onmiddellijk komen. Terwijl ik razendsnel naar het UZA reed, spookten de ergste gedachten door mijn hoofd. Het voelde als een slechte film.

Ik liep de inkomhal binnen en zag Toon op de gang zitten, met tranen in zijn ogen. Rond Arthur stonden minstens zes dokters en verpleegkundigen. Ik stortte weer in. Toen dachten we echt dat het voorbij was. Maar ze kregen hem erdoorheen en hij bleef daarna stabiel. Na een week mocht hij weer terug naar Pulderbos.

Het ging steeds op en af, en wij reden nog steeds elke dag heen en terug – in de spits soms anderhalf uur enkel. De brandstofkosten liepen enorm op, gemiddeld zo'n 700 euro per maand. Daarom startten we een crowdfunding, waar gelukkig veel mensen gul aan bijdroegen. Toch ging het geld snel op door alle extra kosten.

Toon is zelfstandige en bleef doorwerken, ook in de weken dat Arthur in het ziekenhuis lag, om ons gezin financieel te ondersteunen. Omdat ik altijd zelfstandige ben geweest, had ik geen recht op ziekte-uitkering of ouderschapsverlof.